Pas schreef ik over de kerststal die ik zelf gehaakt heb. Maar wie zijn eigenlijk die figuren die bij die kerststal staan? En wat hebben ze met het kerstverhaal te maken? Het kerstverhaal zoals beschreven in de bijbel

Het Kerstverhaal- Jozef en Maria

Op een dag kreeg Maria een boodschap van een Engel. Maria was bang, maar de Engel zei dat ze niet bang hoeft te zijn. “Ik heb goed nieuws!” zei de Engel. “Je zult een kindje krijgen en je moet dit kindje Jezus noemen. Jouw kindje zal de zoon van God zijn en God stuurt hem om de wereld te redden”.
Maria gelooft wat de Engel zegt en ze wil alles doen wat God van haar vraagt.
Maria was op dat moment met Jozef verloofd. Maar dan komt er een boodschap van de keizer. De keizer wil weten hoeveel mensen er in zijn rijk wonen en daarom moet iedereen zich inschrijven in de stad waar zijn familie vandaan komt.
Jozef en Maria gaan daarom op reis naar Bethlehem. Het is een zware reis. Maria is hoogzwanger en de reis duurt lang. En als ze dan eindelijk in Bethlehem aankomen is er nergens een plekje meer voor hen om te slapen. Alle herbergen in Bethlehem zijn al vol. Maar er is nog wel een stal waar ze kunnen rusten. En in die stal, tussen de os en de ezel en alle andere dieren, werd Jezus geboren. Jozef maakt een bedje van stro voor Jezus in een voederbak voor de dieren.

De herders

In de velden rondom Bethlehem is het donker. De herders passen daar in die nacht op hun schapen. En opeens wordt de hemel fel verlicht. De herders schrikken ervan, maar ze hoeven helemaal niet te schrikken. Een engel zegt: “in Bethlehem is Jezus geboren. Hij is de redder die God beloofd heeft. Jullie kunnen hem vinden in doeken gewikkeld en in een voederbak”. De hemel vulde zich met nog meer engelen en ze zongen een mooi lied: “eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt!”
De herders wachten geen moment meer, ze lieten hun schapen achter en renden naar Bethlehem. Ze vonden Jezus, precies zoals de engel gezegd had.

De Wijzen uit het Oosten

In een ver land in het oosten woonde wijze mannen die de sterren bestudeerden. Op een nacht zien ze een ster die ze nog nooit gezien hebben. De drie wijze mannen, Caspar, Melchior en Baltasar, weten zeker dat het iets moet betekenen. “Er is een koning geboren, laten we de ster volgen en op zoek gaan naar de nieuwe koning!” En zo gingen ze op reis met veel cadeaus bij zich voor de nieuwe koning. Elke nacht wees de ster hun de weg.
Op een dag kwamen ze aan in de stad Jeruzalem. Maar als ze in het paleis zijn aangekomen blijkt dat er helemaal geen nieuwe koning is geboren. De koning wil daar wel het fijne van weten en laat allemaal geleerde mannen bij zich roepen. Deze mannen gingen zoeken in hun boeken en ze komen er al gauw achter dat de nieuwe koning in Bethlehem geworden zou worden. De koning beveelt de drie wijze mannen dat ze gauw op zoek moesten gaan om dit nieuwe koningskindje te gaan zoeken. De drie wijze mannen moesten beloven om daarna snel terug te komen om te vertellen waar de koning dit kindje zou kunnen vinden. Dan kon de koning ook naar dit kindje toe om hem te eren. In werkelijkheid wilde de koning alleen maar dit kindje doden. Er mocht niemand anders koning zijn dan alleen hij.

De ster

De drie wijzen gingen weer verder op pad en de ster wees hen de weg weer. En toen ze ster stil bleef staan wisten ze dat daar Jezus moest zijn. Toen ze Jezus zagen knielden ze voor hem neer. Ze hadden ook mooie en dure cadeaus bij zich voor Jezus, goud, wierook en mirre.
Gelukkig waarschuwde God de drie wijze mannen in een droom dat ze niet terug moesten gaan naar Jeruzalem, naar de Koning. De drie wijzen gehoorzaamden God en ging via een andere route weer op weg naar huis.
Een hele tijd later konden Jozef, Maria en Jezus weer terug naar het dorpje waar ze woonden, Nazareth. Daar groeide Jezus op tot een volwassen man.

Lees ook: