De jongste zoon (9) begint met lezen. Als snelt stuit hij op woorden waarvan hij goed de betekenis weer maar doordat het woord is gehakt aan het einde van de zin en op de volgende regel verder gaat krijg je lachwekkende situaties. Vooral de klemtoon kan dan op een geheel andere plek liggen dan normaal en als ik hem het woord vervolgens laat plakken moet hij er zelf ook wel om lachen. Toch is dit nog niet alles waar hij wel eens mee worstelt tijdens het lezen. Woordenschat is namelijk een dingetje in ons gezin. De kinderen vragen dan ook met grote regelmaat wat een woord betekend. Wat mij vooral op valt is dat ze hier, naarmate ze ouder worden, ook meer moeite mee krijgen. Immers zijn het geen Roos, Vis en Maan boekjes meer maar volwaardige boeken met complete teksten met inhoud.
Moeilijke woorden
Wanneer er moeilijke woorden in het boek staan, worden deze in de context van het verhaal vaak wel duidelijk. Zo niet, dan help ik hem (of haar) om het nieuwe woord te leren door er een plaatje bij aan te wijzen, een voorbeeld te geven of een vervangend woord te gebruiken. Ook een woordenboek (of Google) nemen we er wel eens bij om zo het woord op te zoeken. Daarna wil ik dat ze het moeilijke woord in het woordenboekje schrijven met in hun eigen woorden daarachter de betekenis. Immers: wie schrijft die blijft. Naderhand kunnen ze dan ook zelf het moeilijke woord er weer bijhalen. Zo onthouden de kinderen het woord beter en dit helpt bij de ontwikkeling van het taalgebruik.
Maar wanneer weet je nou wanneer een kind een boek goed gelezen heeft? Eigenlijk is die vraag makkelijk te beantwoorden. Zelfs als je het boek zelf niet wilt lezen. Je opent namelijk een boek, begint een paar regels te lezen tot je een beetje weet waar het over gaat. Vervolgens vertel ik in mijn eigen woorden het begin en vraag ik hoe het verder gaat. Grappig genoeg weten ze dan altijd wel hoe het verder gaat. Soms blijven ze even ergens steen, dan sla ik het boek weer open en blader een aantal pagina’s verder of ze weten uit zichzelf al waar ze gebleven waren. Door even een blik te werpen op wat tekst halen ze zo weer de informatie, of het verhaal, naar boven. En dan weet je meteen of je kind een boek echt leest. Zeker als hij / zij met gevoel begint te praten.
Een vampier van niks
Jonas gaat voor de eerste keer samen met zijn ouders en zijn zesling-broers (Job, Jonathan, Joris, Johannes, Jaap en Joep) op jacht. Zijn moeder vertrekt als eerste met zijn broers. Daarna volgen Jonas en zijn vader. Ze gaan naar de burgemeester omdat hij zo’n lekker bloed heeft (vast en zeker door al die wijnen). Echter heeft de burgemeester een hele dunne nek en daarom mag Jonas bij de dochter van de burgemeester bloed gaan zuigen. Zodra ze aangekomen zijn vliegt Jonas stilletjes de kamer van de dochter binnen. Ze ligt, met een duim in haar mond en een knuffel in de hand, te slapen in haar prachtige bed met roze strikjes. Jonas ziet de aders, vol met bloed, al in haar nekje kloppen en bijt voorzichtig in haar nek. Maar net dat Jonas in haar nek bijt begint het meisje te kreunen. Geschrokken komt Jonas overeind en blijft naar het meisje kijken. Net als hij weer wilt bijten komen zijn vader aanvliegen. Kwaad van woede gebaart hij dat Jonas naar buiten moet. Daar wacht hij verslagen op zijn vader.
Bij thuiskomst krijgt Jonas de wind van voren. Zijn vader is zo woest dat hij Jonas naar zijn kamer stuurt zodat hij daar alle boeken moet gaan lezen. Hij moet alle nekken uit zijn hoofd leren maar ook slagaders, bloedsmaken en zelfs posters moet hij bestuderen. Pas dan wilt zijn vader kijken of Jonas weer mee mag op jacht… Als dat maar goed komt!
Info en waar te koop
Auteur: Daiënne Merkies
Illustrator: Helen van Vliet
ISBN: 9789051163049
Een vampier van niks is o.a. te koop bij Uitgeverij De Vier Windstreken en Bol.com.
Lees ook:
- Sonic vanaf 13 februari in de bioscoop.
- Help! Mijn oom is een inbreker…en dat kostte mij bijna het leven
*Voor het schrijven van deze recensie ontvingen wij een recensie-exemplaar*
Geweldig boek
Dat lijkt me een spannend boek zeg:D