Als jonge meid sloot ik mij aan bij de klaverjascompetitie van het bouwbedrijf waar mijn vader werkte. Eens in de maand op vrijdagavond werd er fanatiek geklaverjast. Tot ieders verbazing ( en frustratie) schopte ik het, als adolescent, nogal ver in deze competitie. Mijn grootste voordeel was dat ze mijn manier van spelen niet kenden. Ze kaartten al jarenlang met dezelfde collega’s kaartten tijdens de schaft.
Als Amsterdamse student kaartte ik ook heel wat uurtjes in de mensa van de universiteit. Daar werden weer andere klaverjasregels gehanteerd. Het bleek zaak dit vooraf goed af te spreken om onenigheid te voorkomen. Dat bleek niet veel anders tijdens mijn bijbaan in de beveiliging in de regio Utrecht.

Klaverjassen, de algemene spelregels

Speelkaarten speel je doorgaans met zijn viertjes. Degene die tegenover je zit is je partner. Samen moet je meer punten/ slagen halen dan de tegenpartij.
Het stok bestaat uit 32 kaarten in vier kleuren: klaver, harten, schoppen en ruiten. De kaarten onder de 7 en de joker spelen niet mee. Om de beurt worden door de spelers alle kaarten opgedeeld als 3- 2- 3 per worp. Dan pas pak je al je kaarten op en mag degene die na de deler zit (met de klok mee) troef maken. Troef maken betekent één van de vier kleuren kiezen, waarvan je denkt (of hoopt) dat je samen meer dan de helft van de punten zal halen.

Punten

De speelkaarten in de troefkleur zijn aanzienlijk meer waard dan de andere drie kleuren. In je achterhoofd houd je dat je maat ook acht speelkaarten heeft. Er mag tijdens het kaartspel niet gesproken of getipt worden (praatje pot). Er bestaan methodes om te ‘seinen’ met je speelkaarten op tafel.

Troef Niet-troef
Boer (jas) 20 Aas 11
Negen (nel) 14 Tien 10
Aas 11 Heer 4
Tien 10 Vrouw 3
Heer 4 Boer 2
Vrouw 3 Negen 0
Acht 0 Acht 0
Zeven 0 Zeven 0

Klaverjassen- troef maken

De troefkleur is gekozen en de speler komt uit met zijn speelkaart. De andere spelers moeten kleur bekennen en lopen mee. Ieder slag van vier kaarten wordt van tafel gepakt door de partij die de hoogste kaart heeft gespeeld. Aan het einde van het spel, na acht slagen, worden de punten geteld. Degene die troef heeft gemaakt moet meer dan de helft van de punten (+1) halen om niet ‘nat’ te gaan. Dan wordt zijn voordeel een nadeel en hebben ze geen punten, die gaan dan allemaal naar de tegenpartij. Nadat iedereen tweemaal troef heeft gemaakt is het kaartspel ten einde. Ook bestaat de mogelijkheid te klaverjassen tot een team als eerste de 1.500 punten heeft gehaald.

Klaverjassen- Roem halen

Tijdens het klaverjasspel zijn extra punten te behalen:

  • de laatste slag is 10 punten waard. Dat maakt het totaal van de te halen punten 162 per spel;
  • als je samen met je maat alle acht slagen haalt dan krijg je voor deze (tegen)’pit‘ 100 extra punten;
  • mocht een speler ‘verzaken‘, dat betekent geen kleur bekennen, niet meelopen of de troefplicht aan zijn laars lappen, dan zijn 100 extra strafpunten in rekening te brengen. Soms wordt ervoor gekozen dit duo gewoon nat te laten gaan;
  • aangezien je kleur moet bekennen, kan het zijn dat er drie of vier opvolgende kaarten op tafel liggen, die zijn 20 resp. 50 ‘roem‘ waard. Let op: indien hardop gemeld;
  • vier dezelfde kaarten (van 10 tot aas) op tafel zijn 100 roem waard, vier boeren daarentegen leveren 200 roem op;
  • stuk‘ is de vrouw en de heer van de troefkaart, indien deze tegelijk op tafel liggen, betekent dat 20 roem. Mocht het stuk binnen een drie- of zelfs vierkaart vallen, dan gelden beide, dus totaal 40 resp. 70 roem.

Hoe verder

Als je denkt dat je nat gaat is het verstandig je roem niet te melden, want deze roem schuift mee naar de kant van de winnaars van het potje.
Mocht je de gevraagde kleur niet in handen hebben, dan moet je de slag introeven met een troefkaart. Mocht er op de achterhand nog een speler zijn die de gevraagde kleur ook niet kan bijlopen dan moet hij jouw troefkaart weer overtroeven. Wanneer je geen troefkaart hebt, dan mag je een vuiltje bijgooien (seinen).
Indien de troefkleur gevraagd wordt, dan dient een ieder deze troefkaart te overtroeven, indien mogelijk natuurlijk. Hierbij kan jouw maat expres laag opzetten, om daarmee een drie- of zelfs vierkaart te forceren. Er zijn varianten van Klaverjassen waarbij deze ’troefplicht’ of het overtroeven niet geldt. Spreek dit tevoren goed af!
Tip: mocht je niet genoeg spelers hebben, dan kun je Klaverjassen online spelen.

Kaartspel- Klaverjassen, de spelregels.

De varianten van Klaverjassen

Bij gebrek aan een kwartet, kan je ook met zijn tweetjes of drietjes klaverjassen. Een vorm waarbij het harder gaat met de te behalen punten heet ‘Kraken‘. De voorhand kiest een troefkleur en zijn buurman mag dan passen of kraken. Als hij past, dan mag zijn maat nog kraken. Bij een kraak wordt er gespeeld om dubbele punten. De tegenpartij verwacht de troefmaker nat te spelen. Na een kraak door een speler van de tegenpartij, mag de achterhand nog ‘Rekraken‘ (verviervoudigen) en vervolgens is een ‘Superkraak‘ (verachtvoudiging) ook nog mogelijk. De verdubbeling geldt voor de punten plus de roem van het spel. Dan kan in één ronde het hele klaverjas spel besloten zijn. Tijdens het kraken wordt veelal met ‘roem in de hand’ gespeeld. Deze roem moet gemeld zijn (in getal) voordat de eerste kaart van de tweede slag op tafel ligt. Alleen de hoogste totale roem per duo telt.

Bij gelijke stand wordt hoogste kaart benoemd om dit boven tafel te krijgen. Het stuk telt altijd en wordt als zodanig benoemd uiterlijk bij je laatste slag. Tijdens het kraken wordt veelal ‘Schoppen dubbel’ gespeeld. Dit betekent niet meer of minder dan dat de troefkleur Schoppen dubbel telt en zodoende een Superkraak op schoppen 16x telt.
Bij ‘Amsterdams‘ hoef je een slag niet in- of over te troeven als deze slag aan je maat ligt. Je kan dan seinen of juist punten spekken. Bij ‘Utrechts‘ maakt de achterhand van de gever verplicht zijn troefkleur. Bij ‘Rotterdams‘ en ‘Amsterdams’ kan de troef verplicht gemaakt worden (‘Utrechts’) of ‘willekeurig‘ gedraaid worden uit de overige speelkaarten. Dan wordt gevraagd pas of spelen? Past een ieder dan wordt de gedraaide kleur toch verplicht voor de achterhand. Ook hiervoor geldt maak vooraf duidelijke afspraken!

Seinen tijdens het Klaverjassen

Er mag niet gepraat worden tijdens het kaartspel. Sommige kaarters zijn erg fanatiek en spelen met het mes op tafel. In de loop der jaren is er een vorm van communicatie met je kaarten op tafel ontstaan. Al kan iedereen dit meelezen. Je kan tevoren ook afspraken maken met je vaste partner.

  • als je niet bij kunt lopen of (niet hoeft te) troeven dan kan je als de slag aan je maat ligt een vuiltje bijgooien. Daarmee sein je dat je een aas hebt van die kleur. Je vraagt dan aan je maat om deze kleur of juist de tegenkleur te spelen;
  • indien je daarentegen een tien bijgooit, dan sein je die kleur af en spek je tegelijkertijd de slag van je maat. Sommige spelers geven hierbij aan een slechte hand te hebben;
  • Je maat heeft troef gemaakt maar komt met een kleintje van een andere kleur uit, daarmee seint hij ‘Kleintje boer’. Hij wilt dat jij vervolgens met troef uitkomt om roem op tafel te forceren, aangezien alle anderen moeten overtroeven;
  • een stap verder is dat je een ‘Kleintje nel’ seint zodat je maat niet uitkomt met troef om jouw kale nel te innen;
  • als je maat een aas spekt op jouw slag dan wil hij eigenlijk zeggen dat hij de tien en waarschijnlijk nog meer van die kleur heeft en kan je opzetten voor een mooie roem op tafel. Speel eerst de troefkaarten uit en ga dan samen voor een pit;
  • seinen kan ook in twee slagen. Wanneer je eerst een hogere (8) en vervolgens een lagere (7) opgooit, dan sein je de kleur af en andersom. Als je twee keer dezelfde kleur weggooit dan, eerst 7 en dan een plaatje dan geeft je aan nog twee slagen te zullen halen in deze kleur.

Het seinen staat of valt met de kaarten in je hand en het begrip van je partner. Ook zijn er verschillen in seinen per regio. Ik ben er in ieder geval dol op.

Lees ook:

Bron foto’s: Pixabay

Welke klaverjas variant speel jij graag?