We spelen wat af aan de keukentafel en nu de meiden er steeds meer lol in krijgen komen ook de klassiekers aan bod. Eindelijk is het zover dat we RISK uit kunnen gaan leggen, maar hoe zat het ook al weer met dit wereldveroverende spel?
Het bordspel RISK
Het bordspel RISK is geschikt vanaf twee spelers. Al zijn de spelregels voor twee spelers wel wat anders dan die voor drie tot zes spelers, maar daarover later meer. Er zijn zes kleuren legers die ieder op een rechthoekige wereldkaart proberen landen van elkaar te veroveren. De strijd is aan regels gebonden en wordt gevoerd met twee sets dobbelstenen. De infanterie is 1 leger (soldaat), de cavalerie (paard) 5 legers en de artillerie (kanon) is 10 legers waard.
RISK spelregels voor twee spelers
Laat de opdrachtkaarten maar in de doos want deze doen niet mee. Haal de twee jokers uit de landenkaarten en verdeel deze in drie stapels van veertien. Een fictief leger van 28 soldaten wordt ingezet als derde macht om de wereld beter te verdelen. Dit leger heeft geen aanvalscapaciteit. Wanneer de speler versterkingen ontvangt, dan krijgt het derde leger de helft hiervan toebedeeld. De tegenspeler mag deze naar eigen inzicht inzetten. Verdeel je 40 soldaten slim over de toegewezen landen. Het doel is om de andere speler totaal te vernietigen. En dan kan de aanval beginnen!
RISK opdrachtkaarten
Spelregels voor drie tot zes spelers
Een gekozen spelleider geeft één opdrachtkaart gesloten aan iedere speler. Deze opdracht is persoonlijk en uiterst geheim en tevens het doel van het spel naast een ultieme totale verovering. De 42 landenkaarten worden evenredig over de spelers verdeelt. Bij 4 of 5 spelers hebben twee spelers een extra land. Met de opdracht in het achterhoofd verdeel je je leger.
Het startleger bestaat bij 3 spelers uit 35 soldaten, dit neemt per extra speler met 5 soldaten af tot 20 soldaten bij zes spelers. Op elk land dien je minimaal 1 soldaat te stationeren. De spelleider neemt de landenkaarten terug en schud de jokers er weer doorheen en legt de stapel op tafel. En dan kan de aanval beginnen! Dat gebeurt in drie opeenvolgende stappen:
1 Versterkingen
De spelbeurt heeft drie vaste stappen. Voor iedere beurt mag je je leger versterken (1). Je telt de landen die je in bezit hebt, deelt dit door drie en de uitkomt is het extra aantal soldaten dat je willekeurig mag plaatsen. Dit met een minimum van 3 soldaten. Wanneer je al een heel werelddeel hebt veroverd dan krijg je daar iedere beurt extra legers voor. Deze tabel staat op het speelbord met kleur aangegeven en kan je van twee tot zeven extra soldaten per beurt opleveren. Dit zolang je het werelddeel volledig in bezit hebt. En je mag drie RISK-kaarten inleveren voor vier tot tien extra soldaten, daarover later meer.
2 De aanval!
Vervolgens ga je de aanval (2) in! Je pakt de drie rode dobbelstenen en zegt hardop van waar naar waar je wilt aanvallen. Je geeft de twee blauwe dobbelstenen aan je beoogde tegenstander die tevens het buurland moet zijn. Dit wordt aangegeven met aansluitende landsgrenzen of extra stippellijnen bij eilanden. De aanvaller moet minimaal twee soldaten op zijn land hebben staan, want bij winst moet er een soldaat achter kunnen blijven om de bezetting aan te blijven geven. De aanvaller valt met een dobbelsteen per zijn soldaat(en) minus één soldaat aan. Dit is gemaximeerd tot drie dobbelstenen los van het aantal soldaten. De verdediger mag met een dobbelsteen per alle soldaten verdedigen tot een maximaal van twee dobbelstenen.
Dobbelen voor de strijd
Wanneer de aanvalsmacht hardop vastgesteld is dan kan het dobbelen beginnen. Houd in je achterhoofd dat de verdediger weliswaar minder dobbelstenen heeft, maar wel beschermd wordt bij een gelijke stand. De hoogste rode wordt weggezet tegen de hoogste blauwe dobbelsteen. Leg ze voor de duidelijkheid na de worp naast elkaar, helemaal met jongere spelers. Het hoogste aantal ogen wint en kost de verliezer een soldaat die gelijk van het land wordt weggenomen richting de voorraad naast het bord. Wanneer er met twee dobbelstenen verdedigd wordt dan kan dit de aanvaller of verdediger dus twee soldaten kosten. Of een één-om-één stand opleveren. Dan valt er aan beide zijden een slachtoffer.
De aanvaller kan na een aanval besluiten om te stoppen of om door te gaan met aanvallen. Alleen na tenminste één geslaagde aanval ontvangt de aanvaller 1 RISK- kaart van de spelleider.
3 Troepenverplaatsing
De spelbeurt wordt, desgewenst, afgesloten met één troepenverplaatsing. Ongeacht of de aanval gewonnen of verloren is. Deze verplaatsing van soldaten mag alleen naar een aangesloten buurland met maximaal alle soldaten minus één soldaat die achter dient te blijven. Op deze manier kun je grenzen van veroverde werelddelen of juist een ernstig verzwakt land weer versterken.
De RISK-kaarten
Na minimaal één gewonnen aanval ontvang je een RISK-kaart van de spelleider. Deze mag je tot een maximum van vijf stuks verzamelen voor je ze in dient te wisselen voor extra versterking. Op de RISK- kaart staat een soldaat, een man te paard of een kanon. De joker met alle drie symbolen is in te wisselen voor het symbool van je keuze.
De waarde van drie soldatenkaarten is vier extra legers, drie cavaleriekaarten zijn zes extra legers en drie artilleriekaarten zijn acht extra manschappen waard. Maar drie verschillende kaarten kun je inruilen voor maar liefst tien extra legers in je speelbeurt. Dat is nog eens een mooie aanvalskans. Op iedere RISK-kaart staat ook een land vermeld, wanneer je dit land tijdens het inwisselen in bezit hebt, dan ontvang je nog twee extra manschappen per kaart.
Doel van het spel
Wanneer je je opdracht hebt vervuld, dan kan je dat pas wanneer je aan de beurt bent verklaren. Voorbeelden van opdrachten zijn: vernietig het paarse leger of verover in totaal 24 gebieden. Het spreekt als vanzelf dat een bezetting van de hele wereld leidt tot een overwinning. De speelduur zal afhankelijk van het aantal spelers zo’n 90 minuten bedragen. Maar er zijn zoals wel vaker bij klassieke bordspellen het geval is een aantal variaties!
RISK voor gevorderden
Wanneer je 90 minuten toch echt veel te kort vindt met drie tot zes vrienden, speel dan ‘Wereldveroverend RISK’. Het zal geen verrassing zijn dat gedoeld wordt op een totale bezetting, een wereldmacht. Om dit te kunnen bereiken wordt er gespeeld zonder opdrachtkaarten en met sterk toenemende versterkingen. Iedere keer wanneer een van de spelers drie RISK-kaarten inlevert zullen diens versterkingen extra toenemen. De eerste maal met 4 extra soldaten, dan 6, 8, 10, 12, 15, 20 en vervolgens iedere keer met 5 extra manschappen. Dit bovenop de waarde van het ingeleverde trio. Verder zijn alle spelregels hetzelfde.
SUPER RISK
Ook Super RISK wordt zonder de opdrachtkaarten gespeeld. Je kiest als speler één van je bezette gebieden als basis. De bijbehorende kaart leg je gesloten naast het speelbord. Wanneer een tegenstander je gekozen basis in bezit neemt, dan verklaar je dat je basis is bezet door de tegenstander. Dan geef je al je RISK-kaarten aan de nieuwe bezetter. Ook haal je al je soldaten binnen datzelfde werelddeel van het bord en daarop mag de tegenstander een soldaat uit zijn voorraad plaatsen.
Het bepalen van een winnaar is afhankelijk gesteld van het aantal spelers dat deelnemen. Bij 2-3 spelers dienen er twee bases ingenomen te worden, bij 4-5 spelers zijn dit er 3 tot 4 bases bij 6 spelers. Je kunt alleen winnen als je je eigen basis nog in bezit hebt.
Onze speelervaring
Eindelijk, eindelijk zijn de meiden oud genoeg en kunnen ze iets langer dan een uur op de billen zitten. Helemaal als we er ook nog een knabbelnootje bij pakken. Ook kunnen we steeds beter tegen ons verlies. We volgen stapsgewijs de spelregels op en herhalen de drie stappen bij iedere beurt. We wijzen elkaar op versterkingen en verplaatsingen. Regelmatig moeten we de mannetjes op het speelbord ruilen met kanonnen of paarden uit de voorraad, maar dat mag de pret niet drukken. Wat zijn die mannetjes toch pietepeuterig klein.
Met enige regelmaat rolt een van de dobbelstenen het leger op het bord omver. Met een zucht wordt het leger weer in staat van paraatheid gebracht. Voor de eerste keer in mijn RISK spel heb ik ervaren hoe het is wanneer een tegenspeler als opdracht heeft om jouw hele leger te vernietigen. Alle ballen op Mama! Als dan ook de andere dochter (zeer gelukkig in het spel) als startleger al bijna twee werelddelen bezet heeft, dan is er bijna geen redden aan. De hoogste tijd om er een RISK-variatie tegen aan te gaan gooien of om mijn gelukdobbelstenen in het spel te betrekken.
Hoi, kun je uitleggen wat het het verschil is bij de volgende opdrachten?
– verover 18 gebieden en bezet met elk land tenminste twee legers
En
– bezet 24 landen.
Moet je in totaal 18 of 24 landen bezitten of bovenop het aantal landen die je al bezit?
Misschien domme vraag… Maar wij komen er niet uit. Is het wisselen van i fanterie voor cavalerie puur om ruimte te krijgen? Hoe gaat dit dan met dobbelen? In je hoofd binhouden?
Wij komen niet uit dat stukje
Jeetje, bestaat dit nog steeds? Dit speelde ik al in mijn jeugd en ik ben inmiddels in de veertig. Super leuk zeg. Toch maar eens kijken in de winkel. Mijn oudste zal dit ook erg leuk gaan vinden. We zijn gek op spelletjes
Blijft een mooi spel, echt een klassieker.
Mijn favoriete game, Goed voor uren amusement aan de keukentafel.
Erg leuk spel, dat wij thuis al jaren spelen
Dit is een superleuk spel waarbij je compleet die anderhalve meter vergeet!